Bioflavonoïden, ook wel vitamine P genoemd, zijn plantaardige stoffen. Bioflavonoïden verhogen het effect
van vitamine C in het lichaam. In de natuur komt vitamine C altijd voor in combinatie met bioflavonoïden.
Vooral in diverse fruitsoorten (citrusvruchten), boekweit, broccoli, tomaat en komkommer.

Bioflavonoïden worden niet officieel tot de vitamines gerekend. Tot op heden zijn er 4000 verschillende
soorten in de natuur ontdekt. In de meeste gevallen kon een biologische activiteit worden vastgesteld.
Deze voedingsstoffen werden in 1936 door de Hongaarse wetenschapper Dr. Albert Szent-Gyorgyi
aangetroffen in citrusvruchten. In het zachte, witte gedeelte onder de schil. Hij noemde zijn vondst vitamine P.
Deze letter staat voor het Engelse woord “Permeability”, wat ”doorlaatbaarheid” betekent. Bioflavonoïden
spelen een rol bij het voorkomen van o.a. hart- en vaatziekten en voor het behoud van gezonde
bloedvatwanden. Ze beschermen en versterken de vaatwanden, houden deze wijd en verlagen een te hoog
cholesterolgehalte in het bloed. Dit bevordert de aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen naar de weefsels en
organen. Bovendien levert dit een belangrijke bijdrage aan de afvoer van afvalstoffen uit de cellen.

Bioflavonoïden vormen een grote groep van verbindingen met vaak meerdere eigenschappen zoals:
antioxidanten, zware metalenbinders, antibacteriële en antikanker.

Bioflavonoïden zijn de natuurlijke compagnons van natuurlijke vitamine C. Ze worden meestal dan ook in
combinatie in voedingsbronnen aangetroffen. Bioflavonoïden beschermen vitamine C tegen oxidatie.
Bovendien verbeteren en verlengen ze de activiteit van deze vitamine in het lichaam. Natuurlijke vitamine C is
dan ook vele malen effectiever dan de synthetische vorm, die het moet stellen zonder bioflavonoïden.